Er loopt een oeroude route, de Régordane, langst de breuk van Villefort, van Alès naar het Tanargue Massief loopt. Dit is een echte natuurlijke "draille".
Volgens sommigen dateert dit pad van ver voor de Romeinen, uit een tijd waarin de streek bewoond was door Keltische volkeren(ongeveer 4e eeuw vC). Deze voorouders van de huidige bewoners van de Cévennes maakten al van de route gebruik, net als de reizigers en pelgrims, die van Le Puy en Velay naar Nîmes of Montpellier trokken.De oorsprong van de naam Régordane leidt tot diverse veronderstellingen maar één ding is zeker: hij is afkomstig uit het gebied rond het Château de Portes, Chamborigaud en Génolhac, waarschijnlijk de naam van een stuk land waarover de route loopt.
Dit is typisch voor de geschiedenis en ontwikkeling van de Cevennen, deze route die door de eeuwen heen gebruikt is door iedereen die zich te voet verplaatste. En tegenwoordig door wandelaars van allerlei pluimage, zuiver voor het plezier.
Château de Portes
De Col de Portes, halfverwege de Régordane, leidt naar de Cévennes en de ruige Mont Lozère. Daar deze col onvermijdelijk was, werd hier tol geheven op de muildiercaravanen, die in de Middeleeuwen de
produkten uit het zuiden de bergen in brachten (wijn, uien, olijven, zout) en terugkwamen
met de produkten uit de bergen (graan, dierlijke vetten, planken).
Op de col staat een schitterend versterkt kasteel uit de Middeleeuwen. Sinds twintig jaar zij hier restauratiewerkzaamheden aan de gang. Cursussen steenhouwen restauratietechnieken, erfgoed worden hier gehouden; maar er zijn ook tentoonstellingen en concerten klassieke muziek, meerdere malen per week, van 15 juli tot 20 augustus.Génolhac
Een stadje van graniet, tussen twee heel verschillende werelden; de hoogtes van Mont Lozère, Bougès en Cézarenque, en daar tussen diepe dalen, de eerste voortekenen van het lagere land. Door zijn
ligging langs de Régordane heeft de geschiedenis diepe sporen achtergelaten in Génolhac. Ieder
jaar aan het eind van de zomer worden er middeleeuwse feesten georganiseerd. Gedurende drie dagen terug in de tijd met voorstellingen, muziek en dans.
In het midden van deze historische route bevindt zich L'Etoile, een comfortabele gîte d'etape met een warm onthaal. De eigenaar, Philippe, stelt er zijn specialiteit voor: zelfgemaakt brood en een selectie van Belgische bieren. Indien U de mogelijkheid hebt om enkele dagen in dit vroeger dorpshotel, te verblijven, is een bezoek aan l'Abbaye Notre Dame des Neiges (3km) zeker de moeite waard. Mischien hebt U de mogelijkheid om Philippe piano te horen spelen !
Eén van de vier grote pelgrimsoorden in de Middeleeuwse
christenheid
Behalve Rome, Jeruzalem en Santiago de Compostela, was ook Saint-Gilles du Gard in de 11de en 12de eeuw een trekpleister voor pelgrims. Deze pelgrims waren meestal te voet en ongeschoeid en volgden
de oud-Romeinse wegen die Europa doorkuisten. Sommigen kwamen van ver (bv. België of Polen) om bij de Heilige Gilles genade af te smeken.
De pelgrims die uit het Noorden kwamen, volgden meestal de route Régordane, die loopt tot in Saint Gilles, via Alès en Nîmes.
Ook de pelgrims die naar Santiago de Compostela reisden passeerden dikwijls langs Saint-Gilles. Uiteindelijk waren er ook nog de kruisvaarders die stonden te wachten om naar Jeruzalem te vetrekken. Men moet namelijk weten dat Saint-Gilles du Gard, de meest oostelijke haven van Frankrijk, een van de meest gunstige plaatsen was om te verschepen naar het Heilige land.
Als gevolg van de grote aantrekkingskracht van de tombe van Aegidius, construeerde men een basiliek in 1116, bovenop de crypte.
De gouden periode: de 12de en 13de eeuw
De stad telde in deze periode 7 openbare gebedsplaatsen, met parochierang! Monniken, soldaten, toeristen, tempeliers, bankiers,. waren er er zeer actief. De handel werd erg gestimuleerd.
Saint-Gilles-du-Gard vormde immers het knooppunt tussen de Venetiaanse handel (Oosterse waren) en de Jaarmerkten uit de Champagne.
Maar de oprichting van de havenstad Aigues-Mortes door de H. Lodewijk betekent de doodsteek voor Saint-Gilles du Gard.
De oorsprong van de naam: Régordan
Een
geologische verschuiving van noord naar zuid heeft lang geleden een laag gelegen doorweg gevormd, die later de Chemin Régordan werd genoemd, en die dwars doorheen een massief van gebergten
loopt. Met Chemin Régordan wordt meestal de weg tussen Luc en Alès of Alais bedoeld. Reeds in de Romeinse Tijd werd de weg gebruikt om elders ontgonnen
metalen te transporteren.
Het is echter pas in de Middeleeuwen dat de Chemin Régordan een belangrijke as werd. Na de verdeling van het Karolingische Rijk werd hij immers de meest oostelijke weg van het Westfrankische Rijk. Maar deze weg was in de middeleeuwen niet alleen belangrijk in commercieel opzicht, ook veel bedevaarders maakten van deze weg gebruik op weg naar Saint-Gilles-du-Gard.
De Chemin de Régordan zou genoemd zijn naar het slecht afgebakende, ruwe landschap dat hij doorkruist, en dat als 'pays de Régordane' werd aangeduid. Er moet dus een verband bestaan tussen de naam van het landschap en die van de weg, maar welke nu aan de oorsprong ligt van de andere, is nog niet echt duidelijk.
Andere
reizigers over de Chemin Régordane.
De reis van een priester in de XVIIe eeuw. Priester Aulanier du Brignon (Gehucht van Velay zo'n 15 km ten zuiden van Puy) onderneemt in 1644 een reis naar Nîmes.
Hij reist langs de steden Villefort en Alès en noteert in zijn logboek de belangrijkste gebeurtenissen op zijn reis.
In oud frans
16 november 1644 : de bon matin pour le voyage de Nisme en Languedoc disner à Pradelles où despensé 16 sols; à Pranlas un picotin pour ma cavale et collation : 5 sols
6 deniers et souper et coucher à la Bastide, au logis des trois rois, 23 sols.
17 november : partis à l'aube du jour de la Bastide, fus disner à Villefort au logis des trois rois, despensé 17 sols 6 deniers; collation et picotin à Genolhac, 4 sols 6 deniers; souper et coucher au Pradel chez le logis appelé Fornier, despensé 19 sols 9 deniers.
18 november : parti du Pradel au lever du jour, l'Abbé Aulanier dîne à la Lège d'Alais où il dépense 23 sols 3 deniers pour lui et son cheval; il fait collation et donne l'avoine à la Barraque de la Bitarelle où 9 sols 6 deniers sont dépensés; et enfin il arrive pour souper et coucher à Nismes ce qui lui coûte 25 sols 9 deniers compris 2 sols au port.Het verslag van een burger uit Puy
P. Grelet de la Deyte maakt op het einde van de XVIIe eeuw twee reizen tussen le Puy en Montperlier: « Jey fait
deux voyages en la ville de Montpellier . savoir au mois de juin de l'année 1681 et l'autre au mois de janvier 1692. Pour y aller il faut passer du Puy à Bisac, à Costerot, à la Sauvetat, à
Pradelles, à Langonhe, à Luc, à Pranla, à Regletout, à la chapelle Saint Thomas, au Tord, à la Molete, à la Garde Guérin, à Bayard, à Villefort, à Viluy, à Genoulhac, à Chamber Rigau, à Porte, au
Pradel, au Maviau, à Saint Martin, à la ville d'Allex, à la Taverne, auquel lieu il faut passer la rivière du Gardon, à Ladinghan, à Crepian et à la chapelle, à la ville de Soumiere, à Formaingnhe,
au Pont Neuf et à Montpellier. D'icy à Montpellier il y a environ 35 lieux. »
PAYRARD, J.B. Petites éphémérides vellaviennes. 1889, Le Puy en Velay. " Le livre de raison de Louis Jouve " dans Bulletin historique et scientifique de l'Auvergne. Tome XXXIII, n°603, 1964.
Voorheen was L'Etoile een toeristisch Hotel met een prachtig park eromheen langs de rand van de rivier Allier gelegen in La Bastide-Puylaurent tussen de Lozère, de Ardèche en de Cevennen in de bergen van Zuid Frankrijk. Kruising van de GR®70 Stevenson route, GR®7, GR®72, Le Cévenol, GR®700 Regordane Weg (St Gilles), Margeride, GR®470 Sources et Gorges de l'Allier, Montagne Ardéchoise en veel kleine Routepaden.
Copyright © GR®700-regordane.com